
Muziekmakers: Guttlin, de gitaarbouwer in Karel Phlix
Hoe meer gitaren je bouwt, hoe beter je wordt.
Vraag in blues- en rootsmiddens wie Karel Phlix of Mr. Helix is, en de kenners veren recht. Hij speelt bij zijn eigen Limburgse bluesband Blues Lee en schaaft daarnaast al veertien jaar aan z’n eigen Guttlin-gitaren.
Waar is de kiem van Guttlin ontstaan?
Karel Phlix: Ik heb altijd al zelf dingen willen maken. Ik speel bijvoorbeeld geen covers: zodra ik twee akkoorden na elkaar kon spelen, begon ik zelf nummers te schrijven. Het idee om een eigen gitaar te bouwen komt door Ralph Bonte van bluesband Hideaway bezig te zien. Hij had een geweldig knappe gitaar, en toen ik hem om meer informatie vroeg, zei hij dat hij die zelf had gemaakt. Ik kon dat bijna niet geloven. Rond die tijd ontstonden ook internetfora voor gitaarbouwers, daar kon je terecht voor tips & tricks. Ik ben me dan beginnen te verdiepen in de materie van gitaarbouwen, want ik heb absoluut nul technische achtergrond. Natuurlijk kwam ik uit bij Paul Bigsby, die het idee uitwerkte van een plank met hals als versterkend element. Hij is eigenlijk de uitvinder van de elektrische gitaar.
Maar ik wou een originele gitaar bouwen en geen replica van een iconische Telecaster of Stratocaster. De body moest een ontwerp zijn dat nog niet bestond. Makkelijker gezegd, want eigenlijk hebben ze in de jaren vijftig al de perfecte gitaar gebouwd en in de jaren zestig en zeventig enorm geëxperimenteerd met verschillende vormen. Het was een lange zoektocht naar een eigen design dat gelijktijdig ook ergonomisch goed was, het resultaat was mijn eerste Thin King. Op zich ziet ze er wat raar uit en ook ik moest zelf aan het ontwerp wennen. Maar de Thin King kreeg zoveel positieve feedback, de toon was gezet, ik was vertrokken.
Intussen heb je een heel gamma aan gitaren.
Hoe meer gitaren je bouwt, hoe beter je wordt. Elke nieuwe gitaar is beter in afwerking dan de vorige. Het is vooral de finish wat telkens een uitdaging is! Het aanbrengen van de lak is verschrikkelijk moeilijk! Toch wil ik absoluut alles zelf doen, iets wat qua budget en workload natuurlijk behoorlijk idioot is. Ik kan nooit het bloed, zweet en tranen in gewerkte uren doorrekenen aan klanten. Vandaag maak ik ook mijn eigen pickups, een extra onderscheidende factor die de typische sound van je gitaar bepaalt. Maar opnieuw aan twee pickups spendeer ik bijna evenveel tijd als aan de rest van de gitaar. Het moment wanneer je daar dan dat geluid uit hoort komen met de sound die je wou, geeft dat wel enorm veel extra energie.
Moet een gitaar er vooral goed uitzien of goed klinken?
Voor mij is de feel van een gitaar het allerbelangrijkste – samen met de klank uiteraard. Dat zit ‘m in de gewichtsbalans, het profiel van de nek maar evengoed de kleur. Elk element op zich triggert iets bij een gitarist. Ik kom zelf uit de rootsscene en daar neigen gitaristen eerder naar de look van gitaren uit de jaren vijftig en zestig. Dat zijn niet altijd de beste gitaren, maar die zien er wel fantastisch uit. Ik mag hopen dat het mij gelukt is om dat gevoel over te brengen.
Heel wat bekende gitaristen kwamen al aankloppen bij jou, zoals Duke Robillard (o.a. Bob Dylan en Tom Waits), Jemaine Clement (Flight of the Conchords) en Ashley Campbell (dochter van Glen Campbell).
Het was eigenlijk nooit de bedoeling om voor andere mensen gitaren te bouwen. Mijn eerste tien gitaren waren bespeelbaar, maar ik zou ze niet durven te verkopen. Er is dus heel veel leergeld betaald. Het proces van gitaarbouwen deelde ik op fora en op sociale media, waar er positieve reacties kwamen op mijn gitaarmodellen. Tot zelfs in China! Zo is mijn bekendheid natuurlijk gegroeid bij gitaristen over heel de wereld die vooral op zoek zijn naar een gitaar die anders klinkt en speelt dan de bekende merken.
Soms krijg ik ook unieke projecten. Reinhard Vanbergen (Das Pop, The Happy, Rheinzand, nvdr.) wou een gitaar van mij met de nek van een mandoline, als een soort van twee-in-een reisgitaar. Ik heb voor hem ook een lapsteel gemaakt die makkelijk is om mee te nemen op tournee. Dat zijn heel plezante uitdagingen waarvan je op voorhand niet weet of ze gaan lukken. Een uitdaging ... en die ga ik nooit uit de weg!
Koen Bauters & Mattias Goossens