Joost Zweegers & Emmy d'Arc

Hoe ontwikkel je als artiest je eigen sound? Ervaren songsmid Joost Zweegers (Novastar) geeft advies aan Emmy d’Arc, een jong Limburgs poptalent. Allebei in hun sas, zolang er maar een gitaar in de buurt is. Een gesprek over stem, klank, studiowerk, en hoe het moet klikken met je producer.

Stem
Emmy: ‘Toen ik begon, zong ik covers. Daardoor was ik voortdurend aan het imiteren. De zoektocht naar een eigen klank is voor mij nog volop aan de gang. Maar als je meteen met eigen nummers begint, zoals jij, is dat misschien anders?’

Joost: ‘Vergis je niet: ik ben ook met covers begonnen. Ik was een rasechte straatmuzikant in de lente en de zomer. Tijdens de wintermaanden was ik pizzabakker en schreef ik ’s nachts liedjes op mijn zolderkamer. De ontwikkeling van je eigen stemgeluid zit hem vooral in veel zingen. En veel loslaten.’

Emmy: ‘Imiteerde jij ook de originele uitvoerders wanneer je covers zong?’

Joost: ‘Nee. Ik heb een soort aangeboren melancholie, die al van jongsaf in mijn stem zit. Die aangeboren stemkleur bepaalt je persoonlijkheid als artiest. Tegelijkertijd zullen er onvermijdelijk andere invloeden doorsijpelen. Dat is bij elke artiest of schrijver zo.’

Emmy: ‘Toen ik pas eigen songs begon te schrijven, vroeg ik me af: wie bén ik? En heb ik wel een eigen klank?’

Joost: ‘Dat zijn precies de vragen die goede kunstenaars zich stellen. Alle mensen die iets maken wat voor mij van betekenis is – of het nu muziek is, of beeldende kunst, of zuurdesembrood, dat maakt niet uit – zijn mensen die zich die vraag ooit gesteld hebben en nog steeds stellen. Dat soort van gezonde twijfel bezorgt je de drive om te blijven zoeken. Het kan niet altijd leuk zijn. Een topsong komt niet uit de lucht vallen.’

Emmy: (knikt hevig)

Joost: ‘Oei, je knikt zo hevig. Had je gisteren misschien een slechte schrijfdag?’

Emmy: ‘Nee, maar die twijfels zijn zó herkenbaar. Ze zijn all over the place bij mij.’
...

T: Floor Deckx
F: Koen Bauters

Je kan het hele interview met Joost Zweegers en Emmy d'Arc lezen in het nieuwe Ohlalala-magazine, verkrijgbaar via de webshop.