
HuMORE: De Dolfijntjes
HuMORE: De Dolfijntjes
"Wij zijn de meest serieuze grap die je maar kunt bedenken."
Mochten Johny Turbo en Lucy Loes twee bastaardzonen hebben met muzikale genen, dan zouden het ongetwijfeld de twee Wimmen van De Dolfijntjes zijn. Ze zijn intussen al dertig jaar bezig en hebben net een derde album klaar. Het begon ooit als een grap, maar is het nog altijd om te lachen?
Wim Opbrouck: De Dolfijntjes zijn de meest serieuze grap die je maar kunt bedenken. Dat is het nog steeds.
Wim Willaert: Als wij bepaalde nummers verkrachten…
Wim O: Herinterpreteren! Het is altijd een project geweest naast onze vele andere projecten. Wij zijn allebei gezegend met een opvoeding waarbij onze ouders ons naar de muziekschool hebben gestuurd. We hebben elkaar dertig jaar geleden leren kennen aan de toneelschool, en die vriendschap is blijven duren.
Je kan ons inderdaad plaatsen bij Johny Turbo en Lucy Loes. Maar ook TC Matic meets Willem Vermandere. Het zit in die Frank Zappa-achtige humor, Kamagurka is ook al een paar keer vernoemd. Die inspiratiebronnen hebben ons vanuit West-Vlaanderen geleid naar wat we doen. Dat heeft na dertig jaar nog steeds dezelfde humor in zich. Het absurdisme van onze groep is redelijk uniek in wat we kennen in Vlaanderen.
Hoe zijn jullie geëvolueerd?
Wim W: We hebben heel het rock ‘n’ roll traject afgelegd. Ons eerste optreden was voor het verbouwingsfeest van onze bassist. Daarna waren er heel veel cafés en schoolfeesten. Ons eerste grote optreden was op Dranouter.
Wim O: Vroeger speelden we vaak mash-ups, zoals ‘Blanche en zijn peird’ live gemixt met ‘Putain Putain’ en een streep Serge Gainsbourg en Louis Neefs eronder. Dat is meer geëvolueerd naar wat je af en toe liedjes kunt noemen. Drie albums op dertig jaar uitbrengen, dat is heel weinig. Maar het was nooit onze ambitie om een serieuze band te zijn of om er van te leven. Het is een nevenproject, maar wel een heel belangrijk zijproject. Het is voor ons allebei een duiveluitdrijving.
Als ik De Dolfijntjes zie, heb ik niet het gevoel dat ik twee acteurs aan het werk zie.
Wim O: Het is gegroeid vanuit een groep. Dat is anders dan wanneer we iets zouden opzetten waarvoor we muzikanten rond ons verzamelen. Dit is een groep waarvan de basis niet verandert. De Dolfijntjes, dat is al dertig jaar één groep.
Wim W: Omdat we al zo lang samen spelen, kunnen we live vaak dingen veranderen aan een nummer. Soms weten we niet meer hoe we moeten stoppen met spelen. We hebben ook al nieuwe nummers gecreëerd tijdens een show.
Wim O: Dat is de improvisatie, het avontuur opzoeken. Dat komt puur uit de groep. De nummers op deze nieuwe plaat zijn nummers die we al heel lang speelden en in de vingers hadden. We hebben ze op vierentwintig uur tijd opgenomen.
Wim W: We zitten vaak met agendaproblemen tussen ons. Maar we willen heel graag deze nummers live spelen voordat we aan nieuw materiaal beginnen.
Moeten jullie door die tussenpauzes vaak even opnieuw afstemmen op elkaar?
Wim O: Dat gaat eigenlijk vanzelf. Dat zit zo diep geworteld… Wij hebben tijdens onze toneelopleiding jarenlang samen muziek gemaakt. Ik noem Wim mijn bloedbroeder. Dus dat opnieuw afstemmen is eigenlijk niet nodig.
Wim W: Door onze agenda’s zien we elkaar bitter weinig. De Dolfijntjes zijn een manier om elkaar terug te zien.
Wim O: Dat vriendschappelijke primeert zeker. Dat is een basis om samen te komen. Soms zit ik met een berg materiaal die echt voor De Dolfijntjes bestemd is, en dan moet dat er ook wel uit. Als dat te lang wegblijft, mis ik dat. Ik kijk daarom echt uit naar deze zomer.
Zin in meer? Beluister het album via deze link: Spotify – Verre Rien
Koen Bauters en Mattias Goossens