
Dienaar van het lied: Vincent Pierins
Je moet elk optreden spelen alsof het je laatste is!
Hij verdiende zijn strepen bij Raymond van het Groenewoud en gaf fond aan Belpopklassiekers als Laat de zon in je hart, The Best Is Yet To Come, En dans en Not An Addict. Blij dat ik een babbel mag hebben met één van de Belgische topmuzikanten.
Hoe ben jij in het vak gerold?
Vincent Pierins: Ik heb altijd in verschillende bandjes gespeeld, in heel uiteenlopende genres. Dat heeft me de basis gegeven om van veel muziek te houden en inzetbaar te zijn in verschillende stijlen. Als je dan alle soorten populaire muziek moet spelen, creëer je echt een soort metier als muzikant. Dan word je vaak gevraagd in de studio. Dat is bij mij begonnen midden jaren negentig, toen ik bij Raymond begon te spelen.
Hoe ben je bij hem terechtgekomen?
Via Tom Van Landuyt zijn covergroep Precious Limits, waar Peter Verbraeken normaal bas speelt. Ze moesten op het feestje van een tennisclub spelen en Peter kon niet, en zo werd ik gevraagd. Achteraf kwam Raymond een praatje slaan, hij zat daar blijkbaar in het publiek. Hij zei dat hij me wel goed vond, en een maand later mocht ik in z’n band spelen. Dat bewijst dat je elk optreden moet spelen alsof het je laatste is, want je weet nooit of er iemand in de zaal zit die je talent herkent en daar iets mee wil doen.
In die band leerde ik drummer Cesar Janssens kennen, met wie ik in heel veel projecten heb gespeeld. Ik leerde ook Eric Melaerts kennen, die me heeft opgepikt om te spelen in de tv-show Tilt van Marcel Vanthilt. Via televisiewerk kwam ik in contact met nog meer andere muzikanten, waardoor je echt een groot netwerk krijgt. Bovendien was dé sessiemuzikant bij uitstek Evert Verhees vaak in Frankrijk aan het werk, waardoor ik die opdrachten kreeg. Zo kon ik voltijds van muziek leven.
Beroepsmuzikanten zijn tegenwoordig schaars.
Er zijn nu veel jonge getalenteerde muzikanten die heel goed zijn in een bepaald genre. Maar de muzikant die een heel breed spectrum aankan, van Willy Sommers tot K’s Choice, wordt steeds minder vaak gevraagd en verdwijnt. Vroeger had je duidelijk een onderscheid tussen producer, arrangeur en muzikant. Die grenzen zijn totaal vervaagd. Technologie heeft ook veel veranderd. De nieuwe sessiemuzikant is iemand die thuis een studio heeft. Dat is veel toegankelijker geworden, iedereen kan tegenwoordig muziek maken. Er zullen altijd genres zijn die goede muzikanten nodig hebben. De betere schlagerartiest zal bijvoorbeeld altijd sessiemuzikanten nodig hebben. Maar jonge rockbands spelen alles zelf in. Ze zijn technisch meer onderlegd om dat effectief te doen. Op zich vind ik dat niet erg. Het is een logische evolutie.
Veel bassisten schenken veel aandacht aan het begin van een noot, maar bij jou is ook het einde steeds zeer secuur bepaald.
Ik ben meticuleus bezig met het eindpunt van mijn noten. Dat is zo gekomen dankzij Kris Wauters. Toen ik bij Clouseau speelde, zei hij dat ik meer moest nadenken over de lengte van de noten als ik echt top wilde worden. Ik snapte toen nog niet helemaal wat hij bedoelde, dat is pas daarna beginnen te dagen. Er is namelijk heel veel ruimte om te zoeken hoe lang een noot moet duren. Ook dat is ervaring. Dat heeft te maken met het dempen of het stoppen van je noot. Het is de microkosmos van groove en bas spelen. Dat heb ik altijd enorm interessant gevonden en de voorbije vijfentwintig jaar ben ik daar heel hard mee bezig. Maar veel mensen staan daar niet bij stil, die vinden het vanzelfsprekend dat een noot met een bepaalde lengte gespeeld wordt.
Je bent een heel breed inzetbare muzikant. Van welke muziek hou je zelf het meest?
Ik heb er al vaak over nagedacht, maar eigenlijk heb ik nooit een favoriet genre gehad. Dat verloopt in fases. Je bent even met iets bezig en dan is dat je favoriete genre. Bij mij gaat het meer over sound, groove en de juiste invulling, ongeacht genre. Op dat vlak ben ik een kameleon. Ik heb me altijd goed kunnen inleven in veel genres en probeer de juiste sound op te roepen. Daarvoor moet je van heel veel verschillende soorten muziek houden en vooral geen oogkleppen opzetten. Laat de Zon in je hart is mijn typevoorbeeld. Als je dat vergelijkt met dingen die geprogrammeerd zijn, dan klinkt Laat De Zon In Je Hart nog altijd heel goed. Die baspartij staat er.
Wat voel je wanneer je jezelf hoort op de radio in een klassieker?
Als ik straks een ongeluk heb, zal ik nog steeds beluisterd worden. Ik heb iets gedaan dat mij overleeft. Redelijk wat artiesten en muzikanten hebben die vereeuwigingsdrang en ik ook.
Je bent nu 54. Waar droom je nog van?
Ik leg me nooit neer bij bestendigen. Ik ben een grote fan van synthesizers en ben nu meer house en techno aan het maken. Dat is een nieuwe wereld voor mij. Daar moet ik nog in groeien. Ik voel dat ik daar nog maar aan het begin zit. Die muzikale verbreding heb ik echt wel nodig.
Ron Reuman & Mattias Goossens
De soundtrack van Vincent Pierins
Vincent Pierins bast
Vincent Pierins baste o.a. dit indrukwekkende lijstje